Aantekeningen |
- Geiserik of Genserik (389-477), koning der Vandalen en Alanen van 428 tot 477, stak in 429 met zijn volk uit Zuid-Spanje over naar Noord-Afrika. Door Berbers en een deel van de donatisten werd hij als bevrijder ontvangen; hij had in 435, toen hij bij verdrag foederatus ( 'bondgenoot') van Rome werd, het huidige Noord-Algerije veroverd. Na de bezetting van Carthago (439; voortaan zijn residentie) erkende Valentinianus III, keizer van het westelijk deel van het Romeinse Rijk, hem in 442 als soeverein vorst van een rijk dat nu ook het huidige Tunesi? omvatte. Als aanhanger van het arianisme vervolgde Geiserik de katholieken. Daar zijn absolutistische neigingen verzet wekten bij de Germaanse adel, zocht hij aansluiting bij het Berberse element. Toen de verloving van Valentinianus' dochter Eudoxia met Geiseriks zoon Hunerik door de usurpator Petronius Maximus verbroken werd, landde Geiserik in Itali? (455) en nam Rome in, dat twee weken lang werd geplunderd. Hij liet de korentoevoer naar Itali? afsnijden en de Zuid-Europese kusten plunderen. Een wanhopige poging van de westelijke en oostelijke helft van het Romeinse Rijk om tezamen in een gecombineerde leger- en vlootoperatie Geiserik te vernietigen, mislukte (468). Bij zijn dood strekte het Vandalenrijk zich uit over geheel Noordwest-Afrika, Sardini?, Corsica, de Balearen en West-Sicili?.
|